Toen WO2 begon zochten de Amerikanen al snel een opvolger voor de 4x4 trucks die zij in WO1 gebruikten. Men wist uit ervaring dat men naast de echte gevechtsvoertuigen ook een alleskunner nodig had, een general purpose voertuig dus.
Zo werd de "GP" geboren waarna de uitspraak "gee pee" al snel veranderde in "jeep".
Het Amerikaanse leger schreef een aantal fabrikanten aan waarop American Bantam, Ford en Willys-Overland
een offerte uitbrachten.
Uiteindelijk werd de Willys MA (van MilitAry) als beste gekozen.
Juni 1941 begon Willys-Overland met de productie daarvan en er werden 1.555 stuks van geleverd.
De Willys MA was uitgerust met een 4-cilinder benzinemotor van 60 pk, had drie versnellingen vooruit
en één achteruit en de versnellingspook was aan het stuur bevestigd.
Na de eerste order werden de pluspunten van de Ford en Bantam prototypes in de Willys MA jeep geïntegreerd.
Een iets lichtere motor van 54 pk werd toegepast, er kwam vloerversnelling en het voertuig werd iets lichter.
Dit werd het type Willys MB.
Juli 1941 gaf het Amerikaans leger de opdracht voor de productie van de Willys MB.
De voertuigen zouden tegen een stuksprijs van $ 738,74 worden geleverd.
Oktober 1941 werd echter duidelijk dat Willys-Overland niet voldoende voertuigen kon leveren.
Ford nam het voertuig toen ook in productie en hier kreeg het de naam GPW, waarbij de W aangaf dat het voertuig
in licentie van Willys werd gebouwd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zo'n 363.000 Willys MB geproduceerd en 280.000 Ford GPWs.
Zo is de jeep het symbool van WO2 geworden
© 2001 - 2099 ✅ (alvast)